Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


zondag 31 oktober 2010

Gooi wat in mijn schoentje...

Nog even en de Sint is weer in het land. Kinderen zijn al druk bezig met het opstellen van uitgebreide verlanglijsten en de ene na de andere speelgoedcatalogus vol Sint-suggesties valt op de deurmat. De keuze is reuze maar hoe beslis je als hulp-Sint wat je je kinderen dit jaar cadeau doet?


Kinderen letten bij hun keuze voor speelgoed op heel andere dingen dan opvoeders. Zij willen bijvoorbeeld dat het groot is, dat het kan bewegen, dat het populair is bij leeftijdsgenootjes of dat er een stekker aan zit. Opvoeders vragen zich af of het speelgoed uitdagend en van goede kwaliteit is, een langere tijd kan blijven boeien, of kinderen er iets van kunnen leren en of het speelgoed de ontwikkeling stimuleert. Natuurlijk moet het cadeau ook bij de pedagogische ideeën van de betreffende hulp-Sint passen. Dat betekent dus zoeken naar compromissen en dat valt nog niet mee.

Je hoeft als opvoeder uiteraard niet zonder enige overweging in te gaan op de wensen van het kind maar houd er wel rekening mee. Daarnaast moet het speelgoed aansluiten bij de ontwikkelingsfase van het kind. Een dreumes beleeft bijvoorbeeld veel plezier aan sensopatisch spel, een kleuter vindt fantasiespel erg leuk, een kind dat in groep 3 zit gaat zich bezig houden met spelregels en kinderen in de bovenbouw hebben vaak hobby’s en zijn gericht op gemeenschappelijke interesses zoals sport, mode of muziek.

Er is nog iets waaraan je steun kunt hebben bij de keuze voor speelgoed. Marianne de Valck omschrijft vier verschillende speeltypen: rauwers, douwers, schouwers en bouwers. Je kunt het kind observeren (waar, hoe, waarmee en met wie speelt het kind?) en bepalen welk type hij is. De basismaterialen (zoals blokken, tekengerij, gezelschapsspelletjes, poppen en auto’s) kunnen dan worden aangevuld met het speelmateriaal dat bij dit type past. In het kinderopvangcentrum zorg je er natuurlijk voor dat er voor elk speeltype voldoende materiaal aanwezig is maar onthoud wel: overdaad schaadt. Als er teveel speelgoed is, verliest het kind het overzicht en kan hij niet kiezen. Zorg voor een veelzijdig maar bescheiden aanbod en wissel zo nu en dan af.

Rauwers zijn doeners, actieve kinderen. Ze hebben niet veel oog voor detail, zijn minder geduldig en kunnen zich maar kort op iets concentreren maar zijn wel makkelijk te enthousiasmeren. Zij willen speelgoed dat direct reactie geeft en materialen waarmee ze kunnen sjouwen, klimmen en geluiden maken. Het materiaal mag groot zijn en fysiek uitdagend. Suggesties: knikkerbaan, flipperkast, klauterobjecten, vingerverf, muziekinstrumenten.

Douwers zijn vindingrijk en en hebben het geduld om ergens langere tijd mee bezig te zijn. Ze lossen graag puzzels op, zijn leergierig en kunnen goed zelfstandig spelen. Een douwers is blij met speelgoed waar inzicht en strategie voor nodig zijn of speelgoed dat uitnodigt tot onderzoek en uitproberen. Suggesties: constructiemateriaal, puzzels, play mobile, geheugenspelletjes, loep, chemiedoos.

Schouwers zijn zintuiglijk ingesteld. Ze richten zich op details, houden van dromen en fantaseren en zijn vaak introvert. Schouwers zijn graag creatief bezig, maken gebruik van hun fijne motoriek en kunnen genieten van spelen met sensopatisch materiaal. Suggesties: kralen, verkleedspullen, teken- en schildermateriaal, poppen, caleidoscoop of prisma, speeltent of hut, prentenboeken.

Bouwers zijn echte ondernemers. Ze zijn praktisch ingesteld, sociaal vaardig en inventief. Bied hen dus materialen aan die ze op verschillende manieren kunnen gebruiken. Bouwers maken graag regels en afspraken en zijn resultaatgericht. Ook vinden ze het leuk om verhalen of ‘de grote mensenwereld’ na te spelen. Suggesties: kasteel of poppenhuis, spullen om op te treden, bouwplaten, goocheldoos, competitiespelletjes.

Natuurlijk is het niet de bedoeling om met deze typering het kind een stempel op te drukken. Een rauwer zal best wel eens dagdromen en een douwer zal het best eens leuk vinden om zich uit te leven op een trommel. Kinderen verschillen van elkaar, hebben hun eigen manier van spelen en ontdekken. Het belangrijkste is dat spelen leuk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier je reactie achter