Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


donderdag 21 juni 2007

Zomerfeest Vlindertuin & Lotte

Op donderdag 21 juni, de eerste dag van de zomer, luiden kindercentra Vlindertuin en Lotte dit jaargetijde in met een groot feest. Hoewel er op een blauwe hemel, warme bries en stralende zon gehoopt was, moeten we het doen met dikke grijze stapelwolken, onweer en een enorme hoosbui. Jammer, maar de leidsters laten zich door een beetje regen niet ontmoedigen en de feestelijkheden die oorspronkelijk buiten plaats zouden vinden, worden gewoon naar binnen verplaatst.

Vanaf vier uur druppelen, letterlijk en figuurlijk, de eerste gasten de vrolijk versierde ontvangsthal binnen waar zij verwelkomd worden met een buffet van frisse fruitsalades en hartige hapjes. Een aantal bso-kinderen heeft voor de gelegenheid tijdens een ‘baktiviteit’ wel 350 appelflapjes en saucijzenbroodjes gemaakt. Ook ouders en leidsters hebben met de nodige culinaire creativiteit allerlei lekkers bereid dus er kan volop gesmuld worden.


Terwijl de volwassenen op de begane grond gezellig kunnen kletsen, is er voor de kinderen op de bovenverdieping van alles te doen. Het thema van dit zomerfeest is clowns en dankzij een enthousiast schminkteam huppelen er al snel allemaal kleine clowntjes door het gebouw. Zij kunnen hun beschilderde gezichten door een gat in een bord waarop een clown geschilderd is steken en zo op de foto gezet worden. Tevens is er een tekenwedstrijd voor drie verschillende leeftijdscategorieën.


In de grootste bso-ruimte wandelt ineens een meneer met een reusachtige koffer binnen. Enkele opmerkzame bso-kinderen herkennen hem direct: “Hé! Daar heb je Benno!”. Op een clownsfeest mag een échte clown natuurlijk niet ontbreken, vandaar deze bijzondere gast. Terwijl de kinderen op stoelen en matrassen klauteren, speelt Benno kinderliedjes op zijn gitaar. Als iedereen een plekje gevonden heeft, gaat de koffer open en kan de grote verkleedtruc beginnen. Gekleurde sokken, een pak met strik en bretels, veel te grote schoenen, een knalgroene pruik met een heleboel hoedjes en als laatste de clownsneus, -mond en -ogen die hij voor een spiegel op zijn gezicht verft. Na drie kwartier vol trucs, liedjes en vooral heel veel grappen gaat iedereen met goed opgewarmde lachspieren weer naar beneden voor een laatste traktatie. Weer of geen weer; een ijsje gaat er bij de kleine lekkerbekken altijd wel in!

 

De opbrengst van het zomerfeest wordt, zoals elk jaar, aan een goed doel geschonken. Deze keer is dat het Ronald McDonaldhuis in Leiden. De gezinnen van ernstig zieke kinderen die in het LUMC opgenomen moeten worden, kunnen hier logeren zodat zij dag en nacht in de buurt van hun kind kunnen zijn. Voor de gezinnen, die vaak van ver weg komen, is dit erg prettig omdat zij niet elke dag de lange rit naar het ziekenhuis hoeven maken of op een stretcher in het ziekenhuis hoeven slapen. Bovendien is het een stuk goedkoper dan een hotel en kan het gezin steun vinden bij andere ouders die in dezelfde moeilijke situatie zitten. Met behulp van donatiepotten, kleine bijdragen voor activiteiten en drankjes en de verkoop van speelgoed in een speciale Ronald Mcdonaldkraam is voldoende geld ingezameld om ongeveer vijfentwintig gezinnen een nachtje in het Ronald McDonaldhuis te laten logeren. Een resultaat om trots op te zijn!

Info: Ronald McDonald Kinderfonds

donderdag 7 juni 2007

Meer leidsters of minder kinderen

Terwijl de overheid pleit voor kwaliteit, stelt zij geen concrete pedagogische eisen. Veel ondernemers in kinderopvangland lijken meer oog te hebben voor economie dan pedagogie. In naam van het kind: waar zijn we mee bezig? Groepsleidsters op kinderdagverblijven moeten de mogelijkheid hebben kwaliteit te leveren, in plaats van noodgedwongen kwaliteit in te leveren omdat dit laatste ongunstige effecten kan hebben op de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen.


In april van dit jaar promoveerde ontwikkelingspsychologe Elles de Schipper (Behavioral Science Instituut, RUN) op het onderzoek 'Multiple determinants of caregiver-child interaction in childcare centers' waaruit blijkt dat de kwaliteit van zorg en het welbevinden van peuters op kinderdagverblijven samenhangt met het aantal kinderen per leidster. Voor het onderzoek werden 246 leidsters in 64 dagverblijven geobserveerd, direct en via video opnamen, en vulden zij diverse vragenlijsten in met betrekking tot persoonlijkheid, gezondheid en de manier waarop het werk ervaren wordt.


In de Nederlandse kinderdagverblijven wordt een leidster-kindratio van een op vier gehanteerd in de leeftijdscategorie nul tot een jaar, een op vijf in de leeftijdscategorie een tot twee jaar, een op zes in de leeftijdscategorie twee tot drie jaar en een op acht in de leeftijdscategorie drie tot vier jaar. Peuterleidsters zouden betere opvoeders worden wanneer de speelgroepen verkleind worden. De interactie tussen leidster en kind is bepalend voor de kwaliteit van de opvang en de gevolgen hiervan voor kinderen. Gevers Deynoot-Schaub toonde in 2002 al aan: hoe minder peuters per leidster, hoe beter de sociale interactie. Volgens Riksen-Walraven, die De Schipper begeleidde bij haar promotieonderzoek, speelt de kwaliteit van sociale interactie met de leidster een belangrijke rol bij het voorkomen van stress door overprikkeling bij baby's. Te veel stress kan een negatief effect hebben op de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen en in grotere groepen is de kans op overprikkeling, en dus meer stress, groter.


Het project van De Schipper richt zich voornamelijk op het gedrag van de leidster naar de kinderen. Het blijkt dat leidsters kinderen in kleine groepjes (drie in plaats van vijf kinderen) beter emotioneel ondersteunen, meer structuur bieden, meer geduld tonen en met meer respect voor de autonomie behandelen. Ook wordt geconstateerd dat kinderen in een kleine groep als reactie hierop beter samenwerken met de leidster en dat zij zich tevredener lijken te voelen. Deze voordelen zijn volgens De Schipper vooral betekenisvol voor het psychische welbevinden van de kinderen. Een lager leidster-kindratio maakt voor veel kinderen het verschil tussen voldoende en onvoldoende kwaliteit in zorg, luidt een van de conclusies.


Het is natuurlijk prijzenswaardig om hiernaar te streven, maar in de praktijk blijkt het verwerkelijken van een dergelijke situatie lang niet altijd mogelijk te zijn. Doordat kinderdagverblijven over het algemeen te maken hebben met wachtlijsten, worden de groepen helemaal vol en soms zelfs overvol gepland en als de groep niet vol zit is er vaak wel een ouder die zijn kind een dagje extra wil laten komen. De leidsters hebben hun handen vol, rennen en vliegen om de kinderen op tijd te voeden, verschonen en in bed te leggen en komen regelmatig niet toe aan 'kwali-tijd' met de kinderen. Ook op het kindercentrum waar ik werk is dit geen vreemd verschijnsel. Wetenschappers tonen aan dat dit nadelig kan zijn voor de kinderen, mijn collega’s geven aan dat deze situatie voor hen ook niet ideaal is. Ze zijn vaak moe doordat het werk zo druk en intensief is en raken gefrustreerd doordat zij niet zoveel aandacht aan de kinderen kunnen geven als zij zouden willen. Dit kan de kwaliteit van zorg natuurlijk niet ten goede komen en als leidster maak ik me daar zorgen om.


Groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal kinderen en leidsters blijken, samen met de opleiding van de leidster, de belangrijkste bepalende factoren van verschillen in ontwikkeling bij jonge kinderen die gebruik maken van kinderopvang, zo stelt Louis Tavecchio, hoogleraar kinderopvang. Ook hij maakt zich al tijden zorgen over de kwaliteit van de zorg in kinderdagverblijven en noemt de nieuwe kinderopvangwet die in 2005 in werking trad 'een dramatische zwarte bladzijde' in de geschiedenis van de kinderopvang. Omdat marktwerking tegenwoordig toegestaan is, zullen ondernemers bezuinigingsposten zoeken om de prijs te drukken. Het voornaamste deel van de kosten bestaat uit personeelskosten dus ligt het voor de hand dat de bezuinigingsmaatregelen op dit vlak genomen worden: minder leidsters per groep, grotere groepen of leidsters met een lagere opleiding.


Het is fijn om te weten dat onze zorgen gedeeld worden door belangenverenigingen en vakbonden en zelfs de hedendaagse wetenschap bezighouden maar kennelijk is dit niet genoeg. Ik begrijp heel goed dat kinderopvangorganisaties het hoofd boven water moeten houden omdat er anders helemaal geen kinderopvang kan bestaan, laat staan kwaliteitsopvang, maar de proceskwaliteit mag hierdoor niet op een wankel voetstuk belanden. Uiteindelijk worden de kinderen hier de dupe van en om wie draaide het in de kinderopvang ook alweer?