Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


vrijdag 27 juni 2008

B4bye

Nog een goede maand en dan pak ik mijn biezen. Ik ga verhuizen naar Limburg en daar werken op een nieuwe BSO. Spannend! Ik heb er zin in maar ik weet toch zeker dat ik mijn Leidse collega's hoe dan ook enorm ga missen! Vandaar dat we lekker uitgebreid en uitbundig afscheid nemen...




M'n allerlaatste B4BBQ


 

Afscheidsfeestje met ouders en kids

 

Afscheidsetentje met mijn collega's

donderdag 19 juni 2008

Bijdehandjes

"Juf, de tafel zit vastgeplakt aan mijn papier, kun je hem even voor me losplakken?"
~
"Zozo, is dat een echt mobieltje?"
"Nee joh, een net-als-offe."
~
"Bah! Wat een zout water! Hebben ze hier soms geen zoete zee ofzo?"
~
"Ik heb in de zomer wel tien keer barbie gekoeid."
~
"Wat eten we in Leiden op drie oktober?"
"Haring en wittebrood!"
"En weet je ook waarom dat is?"
"Ja, omdat al het andere brood op is."
~
R heeft een muntstuk gevonden en besnuffelt het grondig.
"Hee R, wat ben je aan het doen?"
"Even kijken of ik moet niezen."
"En?"
"Nee, komt geen nies. Dan is het dus geen peper-munt."
~
"Opa krijgt geen kus want die heeft een klittebandkin."
~
"Ik snap niet waarom dit een verderkijker heet hoor, als ik er doorheen kijk dan zie ik alles juist veel dichterbij!"

vrijdag 13 juni 2008

Nationale straatspeeldag

 
Nationale straatspeeldag 2008; Stevenshof Leiden

Links: waar komt die herrie nou vandaan?
Midden: blikgooifanatisme
Rechts: kleine krachtpatsers

 Links: waterballonnen lek prikken
Rechts: jumpen!

 
Natuurlijk moet de straat op een dag als vandaag mooi versierd worden!

donderdag 12 juni 2008

Tijd is de vijand!

Ik heb er weer een cursus op zitten. Zo eentje waar je overlopend van inspiratie mee op het werk komt en waarvan je vol enthousiasme denkt: die inspiratie ga ik eens even omzetten in daden. Wij volwassenen denken altijd maar te weten wat goed en leuk is voor kinderen en schromen niet hen dit regelmatig onder de neus te wrijven zodat we zelf onze handen vrij kunnen maken. Wij leggen hen die normen op en gaan er min of meer vanuit dat zij deze dan vanzelf wel over zullen nemen, maar is het wel aan ons om te bepalen wat een kind leuk moet vinden? Waarom zou je er bijvoorbeeld op hameren dat een kind naar buiten gaat als hij zich binnen prima kan vermaken en helemaal niet naar buiten wil? Omdat buiten spelen leuk en goed voor je is, want dat hebben wij, de volwassenen, zo voor hem bepaald. Dat is onze norm en het kind kan er maar beter aan wennen.


 Verheugd loop ik de groep op met het voornemen het kind centraal te stellen, goed te observeren en luisteren en nu eens niet de hele tijd vanuit mezelf maar vanuit het kind te denken. Zoveel tijd of moeite kan dat nooit kosten. "Ik wil voetballen!" roept een jongetje. "Dan gaan wij voetballen" roep ik terug. Nog geen twee seconden later gaat de telefoon en aangezien ik telefoondienst heb, neem ik op. Vier kinderen staan inmiddels aan mijn mouw te trekken om te vragen of ik mee ga voetballen. "Shhht!" sis ik de kinderen toe terwijl ik mijn vinger verticaal over mijn lippen leg en naar de telefoon wijs. Met een vinger in mijn oor en mijn blik afgewend (kun je nog minder geïnteresseerd overkomen op een kind?) voer ik mijn telefoongesprek. De kinderen blijven op mijn rug tikken, aan mijn arm trekken en "juhuuuf" roepen. Zien ze dan niet dat ik bezig ben?


Als ik de hoorn neerleg roepen de kinderen al springend en in koor "mogen we nu naar buiten?". "Nee jongens, ik moet eerst iets anders doen, ga maar even kleien, dat is leuk." Mijn zin echoot na in mijn hoofd: dat is leuk. Nee Wen, dat is niet leuk, dat is pure afkoperij. Zoals verwacht willen de kinderen niet kleien. Logisch, want dat lijkt niet eens op waar ze om vroegen. Ik probeer het nog een keer maar dan anders: "vraag maar even of de andere juf mee gaat". De kinderen vliegen weg om niet veel later beteuterd terug te komen. De andere juf is bezig met een schilderproject voor Vaderdag.


 Ik wijs op de klok en beloof dat ik mee naar buiten ga als de grote wijzer op de drie staat. Ze gaan akkoord en besluiten alvast hun schoenen aan te trekken en op zoek te gaan naar de bal, die ze snel gevonden hebben. Haastig maak ik mijn werk af en spring ik van mijn stoel om mijn belofte waar te maken maar dan breek ik bijna mijn nek over een grote bak vol vuile vaat. Shit. Ik moet de afwas nog doen. Er suist een bal rakelings langs mijn hoofd. Geërgerd kijk ik om me heen en wijs de kinderen er streng op dat er binnen niet met de bal gespeeld mag worden. "Maar we mogen niet naar buiten" sippen de ukken met verongelijkte pruillipjes "en we willen zo graag voetballen". "Geduld!" roep ik, alsof dat de meest vanzelfsprekende deugd is die je van een vijfjarige mag verwachten.


Op mijn weg naar de afwasmachine word ik herhaaldelijk staande gehouden door ouders die willen weten waar de fietssleutel van hun zoon is, of hun dochter wel op tijd haar medicijnen gehad heeft en of zij zich nog op kunnen geven voor een studiedag. Ik ren heen en weer tussen medicijnkast, agenda en sleutelbewaarplaats, neem tussendoor nog een telefoontje aan en beantwoord een vraag van een collega. Als de grote wijzer op de zes staat begin ik met het inruimen van de vaatwasser.


Ondertussen zijn de kinderen de klok ook niet uit het oog verloren en hangen zij over het traphekje. "Juhuuuf, je zou toch met ons naar buiten gaan?". Inderdaad. Mijn schuldgevoel draait op volle toeren. In mijn haast laat ik een stapel bekers vallen. Verdorie, daar gaan mijn mooie woorden. Hoe leer ik een kind dat mijn beloftes niets waard zijn… Dit is immers niet de eerste keer dat zich een situatie als deze voordoet. "Ga maar vast naar buiten jongens, ik kom er zo aan!" roep ik terwijl ik de bekers bij elkaar raap. De kinderen stuiven het plein op en vijf minuten later kom ik hen eindelijk achterna.


Net als ik welgeteld één keer tegen de voetbal getrapt heb, word ik weggeroepen. Of ik even op de peuters kan passen want een van hen is gevallen en heeft een tand door zijn lip. Natuurlijk, mijn eigen kleuters kan ik op een afstandje ook wel in de gaten houden en aangezien ik een waardeloze voetballer ben, zullen ze me vast niet missen. Mispoes. "Hee juf! Kom je nog voetballen!?" klinkt het vanaf het bso-plein. Weer moet ik nee verkopen.
 Ineens vliegt mijn collega het plein op en verzoekt me naar binnen te gaan want er is niemand op de groep en zij heeft een appeltje te schillen met een van de kleuters op het veld.


Ik sjok naar boven. Buiten spelen kan ik kennelijk wel op mijn buik schrijven vandaag. Binnen tref ik een verlaten lokaal aan; de kinderen zijn weg maar alle schilderspullen liggen nog over de tafel verspreid. Wanneer ik wil beginnen met opruimen komt de grootste voetbalfanaat met een somber gezicht naar me toe geslenterd. Van de andere juf mocht hij niet buiten spelen omdat hij geen jas bij zich had en zij vond het daar te koud voor dus is hij naar binnen gestuurd. "Kan ik eindelijk naar buiten, mag het weer niet" zucht hij. De teleurstelling druipt er vanaf en terwijl ik hard nadenk over wat ik nu moet zeggen, vervolgt hij: "en binnen kan ik gewoon niks leuks doen".


Ik kan nog net op mijn tong bijten voordat ik mijn standaard reactie geef; het opnoemen van alternatieven die heus wel leuk zijn. Dan denk ik aan de cursus. Luisteren naar het kind, tijd maken voor het kind, het kind centraal. "Ja" beaam ik met een licht sarcastische ondertoon, "er is hier binnen inderdaad niets leuks te doen, geen bal aan eigenlijk hè?". Het kind schudt van nee. "We zouden ons natuurlijk een potje kunnen gaan zitten vervelen, maar weet je wat ik ook voor je in de aanbieding heb?". Het jongetje kijkt me benieuwd aan. "Een heleboel stomme dingen!".


Nu kijkt hij verbaasd, wacht even en vraagt dan bedenkelijk "zoals wat dan?". Ik wijs naar een grote verzameling vieze kwasten in de wasbak en draai met een vies gezicht de kraan open. "Hier, moet ik allemaal schoonmaken, bah!". Het kind lacht. Ik zeg niks, ga door met vieze gezichten trekken en kwasten spoelen. Dan komt hij naast me zitten, verdeelt de kwasten, maakt voor ons allebei een schone-kwasten-potje en gaat ijverig aan de schoonmaak. We discussiëren over de beste manier om een kwast schoon te krijgen, maken regenbogen in de wasbak door verschillende kleuren verf onder de kraan te houden, spetteren en kliederen en maken zo nu en dan ook nog eens daadwerkelijk een kwast schoon.



Tien minuten later komt zijn moeder binnen. "Ben je niet buiten?" vraagt ze verbaasd. Trots laat hij zien waar we mee bezig zijn. "We doen stomme dingen en het is hartstikke leuk!" vertelt hij, vrolijk zwaaiend met een kwast. Moeder fronst. "Had je geen zin om te voetballen dan?" is de volgende vraag. "Voetballen kan ik straks thuis nog, maar kliederen mag ik niet van jou" zegt hij. Ik geef het jongetje een knipoog en haal met een quasi onschuldig gezicht mijn schouders op richting moeder. Gelukkig, ik heb het vandaag niet compleet verprutst. Ik ben me er wel weer even goed van bewust dat je in de kinderopvang geen tijd hebt, maar moet maken.