Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


vrijdag 12 februari 2010

Alááf!

“Juf, waar zijn je verkleedkleren?”
“Heb ik aan, tadaa.”
“Niet waar! Dat zijn je gewone mensenkleren!”
“Jemig, heb jij soms een brilletje nodig?”
“Nou-hou, ju-huf, doe niet zo fla-hauw!”
“Ik dacht dat dat juist het idee was van carnaval, flauw doen.”
“Maar als wat ben je dan verkleed?”
“Als Spass Bremse.”

woensdag 10 februari 2010

Ongekend talent?

Het is een simpele regel: niet zitten, staan of liggen op de pingpongtafel. Helaas voor mij is bij het woord ‘regel’ de allereerste associatie van kinderen: overtreden. Omdat ik wel politieagent was geworden als ik de hele dag straf wilde uitdelen, of scheidsrechter als ik met rode kaarten wilde zwaaien, moet ik de oplossing voor dit probleem over een pedagogische boeg gooien. Een positieve benadering met een heldere boodschap is daarbij een belangrijk element.

Tijdens het overblijven is er een half uur gereserveerd voor buiten spelen. De uitgelaten meute stuift het plein op met het idee dat als ik ‘spelen’ zeg, ik eigenlijk ‘rottigheid uithalen’ bedoel. Waar ze dat idee vandaan halen weet ik niet maar het blijkt nogal hardnekkig te zijn. Terwijl er een kleuter met een springtouw aan een boom wordt vastgebonden, laat aan de andere kant van het plein een vroeg puberende jongen een meisje struikelen, recht op haar gezicht in de modder. Even later probeert een knul een groepje jongere kinderen hondenbrokken te laten eten, hen wijs makend dat het snoepjes zijn. De groep achters trekken takken van een boom omdat ze katapults willen maken en bij de ingang van het plein probeert een stel tienermeisjes ongezien over het hek te klimmen. Ga er maar eens aan staan!

Natuurlijk zijn er ook altijd blagen die eens even lekker provocatief op de pingpongtafel gaan zitten. Ik moet iets verzinnen en snel want het zit er dik in dat het volgende vergrijp niet lang op zich laat wachten. Wat vinden jongens van negen cool? Zombies. Perfect. Wie door een zombie gepakt wordt, verandert zelf ook in een zombie. De jongens vliegen van de tafel en beginnen enthousiast aan het spel. Zelf doe ik natuurlijk ook mee, om het goede voorbeeld te geven. Ik vind mezelf een heel overtuigende zombie maar de jongens lachen zich krom. “Alsof we daar bang van worden!” Nou zeg, daar doe je dan je best voor.

Van zombie spelen word je moe en als je moe bent moet je uitrusten. De jongens ploffen neer op de pingpongtafel. Wel verdraaid! Denk je ze er eindelijk af te hebben, moet je weer wat nieuws verzinnen. Aangezien ik als zombie eerder op de lachspieren werkte dan eng was, besloot ik een ander ‘talent’ in de strijd te gooien. Ik schraapte mijn keel, nam een pose aan en begon te zingen: “Kom van die tafel! Ik waarschuw niet meer! Neeneeneeneeneenee van die tafel!” etcetera. Mijn publiek vertoonde grote ogen. Vervolgens keken de jongens elkaar aan, hielden hun handen voor hun oren en renden verafschuwd weg. Zo snel waren ze niet van me af. Luid zingend zette ik de achtervolging in totdat het lied afgelopen was.


Een van de jongens kwam voorzichtig naar me toe en zei met een bloedserieus gezicht: 
“Dat was echt heel eng.”
"Enger dan m'n zombie?" 
"Absoluut!" 
Mooi. Missie geslaagd.

Terwijl ik nog op adem stond te komen, kwamen er drie meisjes aan die aanstalten maakten op de tafel te gaan zitten. Ja hoor, dacht ik, daar gaan we weer. Maar voordat ik iets kon zeggen of doen kwam de jongen al aangerend. “Nee! Niet doen! Alsjeblieft! Dalijk gaat ze weer zingen!”

Ik zal wel nooit door de voorrondes van Idols komen, maar mijn talent is tenminste nog ergens goed voor!

woensdag 3 februari 2010

In het kader van de 'Limburgering'

Op de BSO in Leiden noemden de kinderen leverpastei ‘smeerworst’ maar in Limburg zeggen ze ‘paté’. Moest ik even aan wennen. Het valt niet mee om je vocabulaire aan te passen wanneer de woorden uit je moedertaal ineens een andere betekenis krijgen dan je gewend bent.

Vla noem je hier pudding, als je om vla vraagt dan krijg je ’n stuk vlaai.
Limonade heet hier sap en tegen sinas zeg je limonade.
Als ze schudden zeggen, bedoelen ze schenken en voor expres, in de zin van 'met opzet' gebruiken ze het woord 'extra'.

Af en toe ga ik nog de fout in en dan kijken de ukken me onbegrijpend aan. Gelukkig zijn er ook kinderen die een beetje met mij mee denken. Een soort omgekeerde integratie.

Als ik M vraag wat ze op haar broodje wil, denkt ze even na en antwoordt dan vastbesloten: “smerige worst”.