Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


donderdag 2 juni 2011

Spoorzoeken

Door de lessen over SPOREN-pedagogiek en Reggio Emilia ben ik de laatste tijd helemaal in de ban van het spoorzoeken. Hoe meer ik kijk, hoe meer ik zie en hoe meer ik zie, hoe meer ik kan inspelen op de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen. De afgelopen weken heeft zich een heel scala aan sporen gemanifesteerd en ik moet zeggen dat dit echt een extra plezierfactor in mijn werk oplevert. Ik zie vrolijke, geboeide, trotse koppies. Daar gaat niet alleen mijn hart sneller van kloppen, ik merk dat het ook met de ouders iets doet. Hun kind wordt gezien.

Het meest recente spoor dat ik vastlegde, is van een jongetje dat erg onzeker is. Dit uit zich vaak in 'ongewenst' gedrag waardoor hij regelmatig op zijn kop krijgt. Hierdoor groeit zijn onzekerheid en neemt het grensoverschrijdende gedrag toe. Deze cirkel bleek ik vrij eenvoudig op een positieve manier te kunnen doorbreken.

1. Ingaan op de natuurlijke nieuwsgierigheid van het kind: het jongetje had een steen gevonden in het atelier en wilde deze graag met een vijl bewerken.
2. Kindvolgend observeren: het jongetje wilde niets maken, hij vond de activiteit op zich wel heel interessant en na een tijdje vijlen zag hij dat zich een hoopje 'poeder' had gevormd op tafel. Hij pakte het hoopje op en liet het door zijn vingers glijden. Toen wilde hij het nat maken.
3. Aansluiten bij het initiatief van het kind: ik vroeg hem of hij een plan had. Het poeder moest in een bakje en daarna deed hij er een beetje water bij. Vervolgens gebruikte hij een kwast om te mengen. Toen er een egale massa was ontstaan, keek hij naar de kwast, pakte hij een andere steen en begon deze met het mengsel te beschilderen.
4. Vervolgactiviteit: ik zei hem dat het erop leek dat hij zijn eigen verf gemaakt had. Trots keek hij me aan, dacht even na en vroeg toen of er ook een kleur bij mocht want steenkleur vond hij niet zo mooi. Maar waar haalde hij nu een gekleurde steen vandaan? Ik vroeg hem of het ook met stoepkrijt zou kunnen. Het jongetje pakte een stuk geel stoepkrijt en begon ijverig te vijlen. Het gele poeder ging bij het mengsel, nog even roeren en klaar was zijn gele verf. Nu wilde hij een schilderij maken.
5. Vervolgactiviteit: we hingen een vel zwart papier op een ezel en het jongetje maakte met zijn zelfgemaakte verf een schilderij. Een aantal nieuwsgierige kinderen stond gefascineerd om hen heen. Het werd een prachtig schilderij en de complimenten vlogen hem om de oren.
6. Persoonlijke competentie: het resultaat was een tevreden jongen die met veel plezier aan zijn eigen project gewerkt had zonder ook maar een grens te overschrijden of ongewenst gedrag te vertonen. Normaal gesproken zou hij niet uit zichzelf gaan schilderen en zou hij zich meer bemoeien met andere kinderen dan zelf iets te ondernemen. Dit was echt een geweldige prestatie! Door alle positieve aandacht glom hij van trots en ook zijn moeder was blij dat het die middag zo goed gegaan was.

 
 Door te vijlen krijg je poeder, dat kun je nat maken.

Als je het roert, wordt het een soort verf, daar kun je een kleur bij doen.

Met de gele verf kun je een schilderij maken.


(Met dank aan Roos voor de krijt-tip!)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier je reactie achter