Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


donderdag 5 juli 2012

Nurturing our boys

Niki Buchan, een Australische onderwijsadviseur, schreef voor het tijdschrift Early Years een artikel over de behoeften van jongens en hoe hiermee om te gaan in de kinderopvang en het onderwijs. Omdat ik hier zelf recentelijk ook een praktijkonderzoek naar heb gedaan, heb ik het vertaald om te zien of men in het buitenland jongens ook zo ‘lastig’ vindt en hoe men hiermee omgaat.

“Wat is het toch met onze jongens? Waarom vinden zoveel volwassenen hen een uitdaging? Er is al lange tijd discussie gaande over de invloeden van ‘nature versus nurture’ in het vormen van het gedrag van jongens en meisjes. Ik denk dat er andere invloeden zijn die we in acht moeten nemen, zoals cultuur en levenservaringen waar kinderen aan worden blootgesteld. Direct vanaf de geboorte worden jongens en meisjes verschillend benaderd en behandeld. Er zijn t-shirts voor jongens waarop staat ‘Here comes trouble’ (of in Nederland: ‘Stoer!’) en voor meisjes ‘Little princess’ (of in Nederland: ‘Lief!’).

Ik ben altijd advocaat voor jongens geweest – ik hou van hun eerlijkheid, hun ondeugende aard, hun energie. Werkend met kinderen die kinesthetisch ingesteld zijn, realiseerde ik me dat zij goed gedijen in een natuurlijke omgeving. Waarom is een natuurlijke omgeving anders? Waarom zijn we er zo zeker van dat kinderen binnen horen te leren? Waarom vinden we dat kinderen stil moeten zitten om te kunnen leren? Zijn onze verwachtingen van jongens redelijk of creëren we een omgeving voor hen waarin ze gedoemd zijn tot falen? Om kinderen hun volle potentie te laten bereiken, hebben ze een grote mate van welbevinden nodig én betrokkenheid bij hun eigen leerproces.

Tijdens Action Research Project in Liverpool (UK) keken we negen maanden lang specifiek naar jongens in 20 verschillende basisscholen en kinderdagverblijven. We maakten hierbij gebruik van de Leuven Scales of Wellbeing and involvement om de scores te meten. We onderzochten wat jongens uitdaagt, interesseert en motiveert. Een groter aanbod van natuurlijke materialen in de binnenruimten en het begeleiden van ‘risicovol spel’ zoals werken met echt gereedschap en fikkie stoken werden geïntroduceerd. Aan het eind van het project bleek de mate van welbevinden en betrokkenheid bij de jongens toegenomen. (…)

Kinderen hebben twee sensitieve periodes tijdens hun ontwikkeling, één op ongeveer vier-/vijfjarige leeftijd en nog één tijdens de puberteit. Meestal herkennen we moeiteloos het uitdagende gedrag van tieners maar hoe zit het met de kleuters? In deze periode neemt de aanwezigheid van testosteron in het jongenslichaam gigantisch toe. Jongens van een jaar of vier, vijf hebben gemiddeld twintig keer zoveel testosteron in hun lijf als meisjes. Dit heeft invloed op de spierontwikkeling en bewegingsdrang en maakt het lastig om stil te zitten. Waarom verwachten we dan juist op deze leeftijd van jongens dat ze beginnen met ‘zittend leren’ op school? Dit is een recept voor een ramp! Veel kinderen leren even goed, zo niet beter, wanneer ze mogen bewegen. Een kind dat netjes stil zit, is niet per se bezig iets te leren. Sterker nog, ik denk dat het kind dat stil moet zitten zo druk bezig is met het onderdrukken van zijn bewegingsdrang dat hij simpelweg niet kán leren.

Jongens kunnen best goed luisteren maar de boodschap moet duidelijk en direct zijn. Zeg precies wat je bedoelt, get to the point! Ik heb ook veel mannen dit tegen hun vrouw horen zeggen. Jongens worden zo’n tien keer vaker op hun gedrag aangesproken en gecorrigeerd dan meisjes. Niet omdat jongens stouter zijn maar omdat ze meer geluid produceren en daardoor meer opvallen. Geef jongens oprechte complimenten maar wel alleen als ze het echt verdienen. Wees actief! Jongens moeten bewegen en hun leerproces fysiek ervaren. Ze moeten begrijpen waarom ze iets moeten doen, anders is de kans groot dat ze weigeren. Jongens reageren positief op contextuele leersituaties. Veel jongens hebben het gevoel dat wat ze op school moeten doen nutteloos is. Ze zijn competitief en competitie zorgt voor motivatie, evenals een aanpak met gevoel voor humor.

Kinderen leren het best na fysieke inspanning. Hersengymnastiek is erg populair maar mag nooit het echte fysieke spel, zoals rennen, springen en klimmen, vervangen. Ik vind het dan ook erg spijtig dat kinderen die hun huiswerk niet af hebben, binnen moeten blijven tijdens het speelkwartier terwijl deze kinderen het juist zo hard nodig hebben om even uit te razen. Ik heb zelfs gehoord van een school in Denemarken waar tijd voor fysiek spel werd verkort om zo meer aandacht aan de ‘zwakke’ vakken, zoals rekenen en taal, te besteden… Dat is alsof je een zieke nog meer van hetzelfde medicijn geeft terwijl het geen enkel effect heeft!

Jongensgedrag wordt vaak bestempeld als agressief. Ik heb docenten gevraagd om spelobservaties bij te houden. De jongens lieten allemaal fysiek en wild spel zien. De meerderheid van de vrouwelijke docenten vond dit spel agressief. Jongens zijn geprogrammeerd om hun territorium te beschermen en hebben een natuurlijk instinct om wapens te maken en gebruiken. Vrouwen reageren hier vaak overdreven op in plaats van de jongens goed te begeleiden. Jongens hebben uitdaging en een zekere mate van risico nodig. Ze zijn steeds op zoek naar materialen en ruimte om deze behoefte te bevredigen maar omdat deze onvoldoende aanwezig zijn, zullen ze materialen gaan gebruiken die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit soort spel. Veel kinderen vinden dat school saai en niet uitdagend is. Gebruik de natuur (bos, park, vijver, desnoods gewoon een grasveld) om uitdagingen te vinden.

Praat met kinderen. Probeer uit te vinden wat hen interesseert en uitdaagt. Creëer situaties waarin kinderen zich gemotiveerd en gestimuleerd voelen. Zorg ervoor dat ze betrokken zijn zodat ze hun volledige potentie benutten. Find that magical sparkle in those boys!”

Bron: Niki Buchan – Early Years, issue 11, 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier je reactie achter