Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!


- Wendy Hoogeveen


dinsdag 21 december 2010

Kriebeldiertjes

Je vindt op je werk een pissebed in de wasbak, wat doe je?
a)      Je spoelt dat vieze ding snel door het putje
b)      Je rent gillend weg van het enge monster
c)      Je roept de kinderen erbij en maakt het beestje middelpunt van een activiteit

Ik ging voor optie c. Drie nieuwsgierige kinderkopjes bogen zich over de wasbak en stelden samen vast dat we hier te maken hadden met een pissebed. Ook concludeerden ze dat het beestje daar niet kon blijven zitten aangezien de kinderen die nog moesten eten hun handen moesten wassen. De volgende vragen waren: wie haalt de pissebed weg en waar gaat ‘ie naartoe?


Een dappere knul spoorde de pissebed aan er de pas in te zetten zodat hij op een papiertje zou lopen. De pissebed luisterde niet. Dit kon twee dingen betekenen: óf hij was stout, óf hij had geen oren. Het jongetje liet het er niet bij zitten en duwde de pissebed zachtjes vooruit. Daar was de pissebed niet van gediend. Hij rolde zich op, tot grote verrassing van het jongetje. Hij besloot de opgerolde pissebed op zijn hand te zetten en probeerde hem weer uitgerold te krijgen door te blazen, duwen en dingen te roepen als “doe es normaal joh”. Het duurde even maar uiteindelijk lukte het en wandelde het diertje langzaam het inmiddels nat geworden stuk papier op.

“En nu?” vroeg ik de drie jongens. “Kapot stampen!” riep de oudste, waarop de twee jongere onmiddellijk protesteerden: “Dat is zielig!”. De optie ‘in een potje stoppen’ werd ook afgekeurd want, zo wist één van de jongsten, diertjes horen in de natuur. De pissebed werd dus met papier en al naar buiten gebracht. Met hun neuzen tegen het raam gedrukt hielden de jongens de pissebed in de gaten. Het beestje bleef doodstil zitten.

“Wat weten jullie eigenlijk van de pissebed?” vroeg ik. “Het is een insect!” riepen de jongens in koor. “Ja, want hij heeft zes poten!” voegde de oudste eraan toe. Ik pakte er een insectengids voor kinderen bij en liet hen de pissebed opzoeken. De oudste las voor: “een pissebed heeft 14 pootjes…”. Mijn beurt om verrast te zijn; dat wist ik niet. “…het is een nachtdier…” Weer wat geleerd! “…hij eet graag rottend hout of vochtig karton”. De oudste keek me aan alsof hij de jongere versie van Midas Dekkers was: “Aha! Daarom blijft hij natuurlijk op dat natte stuk papier zitten! Hij wacht tot hij honger heeft en dan eet hij het op!”

Terwijl de jongste twee nog met hun neuzen tegen het raam geplakt zaten, raakte de oudste meer en meer gefascineerd door wat je allemaal over een pissebed te weten kunt komen. “Waarom heet hij eigenlijk pissebed? Plast hij nog in bed?” vroeg hij lachend. Daar gaf het boekje geen antwoord op maar gelukkig kon ik hem daar zelf wel wat over vertellen. Heel lang geleden dachten mensen dat ze kinderen die in bed plasten, konden genezen door een pissebed in stukjes te hakken en deze door de kinderen op te laten drinken met wat water. De jongen trok eerst een heel vies gezicht, toen keek hij me aan en zei vastbesloten: “jij bent gek”.

Die conclusie trekken kinderen op de een of andere manier wel vaker maar ik zie het maar als compliment. Gelukkig zijn de bso-kinderen geen psychiaters, anders zat ik nu vast en zeker opgesloten in een gesticht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier je reactie achter