Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!
- Wendy Hoogeveen
dinsdag 24 juli 2012
Hubertusmolen Beek
Met de kids op bezoek bij een echte molenaar! Ze mogen de molen beklimmen, op de graanzak zitten terwijl ze opgehesen worden, mais malen, de molen laten draaien, onder de molen kijken en zelfs in de wieken klauteren!
maandag 23 juli 2012
Natuurlijk en avontuurlijk buitenspelen bij Valdeludo
Valdeludo; waar gewoon buiten spelen, buitengewoon spelen wordt! |
Ik heb nog nooit zo'n leuke speelplaats gezien. Dit is naar mijn idee de ideale plek voor kinderen omdat het zoveel waardevolle speel- en leerervaringen biedt en omdat de kids er zoveel plezier hebben dat ze niet meer naar huis willen. Alle ontwikkelingsgebieden worden aangesproken en het mooiste is: het gaat helemaal vanzelf. Kinderen hoeven niet aangespoord of gestimuleerd te worden om bijvoorbeeld hun motoriek, creativiteit, fantasie, doorzettingsvermogen, zintuigen of persoonlijke en sociale competenties te gebruiken. Met een paar laarzen en oude speelkleren (of gewoon in hun zwembroek) hoeven ze niet bang te zijn dat ze een beetje nat of vies worden. Én het is geschikt voor alle BSO-leeftijden. Zo zijn er skelter-, traktor- en quad-parcours, graafmachines, een 'springberg', dieren, waterspeelplaatsen, boomhutten, klauterroutes, een speelvijver en ga zo maar door.
Dieren knuffelen en verzorgen hoort ook bij natuurbeleving |
Boomhutten met elkaar verbonden door touwbruggen |
Zelf hutten bouwen |
"Dit willen wij ook op de BSO!" |
Zelf dammen bouwen in de speelrivier |
Alle speeltoestellen en activiteiten zijn gericht op elementen uit de natuur en lokken uit tot onderzoeken, ontdekken en actief bezig zijn. De kinderen kunnen hier al spelend van alles ontdekken, beleven en leren. Doordat de materialen een open en uitdagend karakter hebben, zijn de kinderen uren zoet want ze vinden steeds weer nieuwe manieren om ermee te spelen. Zodra ze op het vlot klimmen, zingen ze "Wij varen op een piratenboot en we zingen jo-ho-ho!" en vanaf de gigantische slingertouwen klinken allerlei Tarzan-kreten. Genoeg ruimte dus voor fantasierijk en creatief spel.
In het huttenbouwbos liggen heel veel palen, planken en touwen waar naar hartenlust mee gebouwd kan worden. Ook gaan de kinderen spontaan meten en vergelijken: zijn deze palen even lang of dik? De toren bovenop de speelberg is 15 meter hoog. Je kunt de berg beklimmen door langs een touw omhoog te klimmen of een houten loopbrug te gebruiken. Naar beneden ga je natuurlijk via het glijbaan-parcours!
Geen plastic of schreeuwerig gekleurd materiaal |
De kids vinden het hier KEI-leuk! |
Met een vlot de vijver oversteken |
Labels:
bso,
buiten spelen,
buitenruimte,
natuur,
spelend leren,
uitstapjes,
zintuigen
donderdag 5 juli 2012
Quoting kids
I: "Ik vind samenwerken echt leuk! Ik kan het ook heel goed, vooral in m'n eentje!"
~
Juf W: "Wie komt daar aan? Is dat je tante?"
K: "Neehee, dat is de zus van m'n moeder."
~
L (tegen haar moeder): "Wat gaan we vandaag eten?"
Moeder van L: "Dat moeten we nog bedenken, in ieder geval geen frietjes en ook geen bbq..."
L: "Hm, dan weet ik het al, pizza gezond!"
~
K1: "Ik krijg een kitten!"
K2: "En wij krijgen een chi chi wa wa!"
~
Juf T heeft nieuwe nagels, zegt een van de kleuters:
"Juf, heb jij kunstvingers?"
~
Juf W: "Wie komt daar aan? Is dat je tante?"
K: "Neehee, dat is de zus van m'n moeder."
~
L (tegen haar moeder): "Wat gaan we vandaag eten?"
Moeder van L: "Dat moeten we nog bedenken, in ieder geval geen frietjes en ook geen bbq..."
L: "Hm, dan weet ik het al, pizza gezond!"
~
K1: "Ik krijg een kitten!"
K2: "En wij krijgen een chi chi wa wa!"
~
Juf T heeft nieuwe nagels, zegt een van de kleuters:
"Juf, heb jij kunstvingers?"
The joy of rolling down hills
In het kader van de National Trust campagne "50 Things to do before you're 11¾" heb ik de kids vandaag meegenomen naar een heuvel om eens lekker vanaf te rollen. En weer omhoog te klimmen. En weer naar beneden te rollen. Et cetera. Dat hadden ze nooit eerder gedaan en guess what? Ze vonden het geweldig!
Ik ben benieuwd welke andere activiteiten uit de top 50 we deze zomer nog kunnen gaan ondernemen. De hele lijst vind je hier.
Ik ben benieuwd welke andere activiteiten uit de top 50 we deze zomer nog kunnen gaan ondernemen. De hele lijst vind je hier.
Labels:
bso,
buiten spelen,
natuur
Nurturing our boys
Niki Buchan, een
Australische onderwijsadviseur, schreef voor het tijdschrift Early Years een
artikel over de behoeften van jongens en hoe hiermee om te gaan in de
kinderopvang en het onderwijs. Omdat ik hier zelf recentelijk ook een
praktijkonderzoek naar heb gedaan, heb ik het vertaald om te zien of men in
het buitenland jongens ook zo ‘lastig’ vindt en hoe men hiermee omgaat.
“Wat
is het toch met onze jongens? Waarom vinden zoveel volwassenen hen een
uitdaging? Er is al lange tijd discussie gaande over de invloeden van ‘nature
versus nurture’ in het vormen van het gedrag van jongens en meisjes. Ik denk
dat er andere invloeden zijn die we in acht moeten nemen, zoals cultuur en
levenservaringen waar kinderen aan worden blootgesteld. Direct vanaf de
geboorte worden jongens en meisjes verschillend benaderd en behandeld. Er zijn
t-shirts voor jongens waarop staat ‘Here comes trouble’ (of in Nederland:
‘Stoer!’) en voor meisjes ‘Little princess’ (of in Nederland: ‘Lief!’).
Ik
ben altijd advocaat voor jongens geweest – ik hou van hun eerlijkheid, hun
ondeugende aard, hun energie. Werkend met kinderen die kinesthetisch ingesteld
zijn, realiseerde ik me dat zij goed gedijen in een natuurlijke omgeving.
Waarom is een natuurlijke omgeving anders? Waarom zijn we er zo zeker van dat
kinderen binnen horen te leren? Waarom vinden we dat kinderen stil moeten
zitten om te kunnen leren? Zijn onze verwachtingen van jongens redelijk of
creëren we een omgeving voor hen waarin ze gedoemd zijn tot falen? Om kinderen
hun volle potentie te laten bereiken, hebben ze een grote mate van welbevinden
nodig én betrokkenheid bij hun eigen leerproces.
Tijdens
Action Research Project in Liverpool (UK) keken we negen maanden lang specifiek
naar jongens in 20 verschillende basisscholen en kinderdagverblijven. We maakten
hierbij gebruik van de Leuven Scales of Wellbeing and involvement om de scores
te meten. We onderzochten wat jongens uitdaagt, interesseert en motiveert. Een
groter aanbod van natuurlijke materialen in de binnenruimten en het begeleiden
van ‘risicovol spel’ zoals werken met echt gereedschap en fikkie stoken werden
geïntroduceerd. Aan het eind van het project bleek de mate van welbevinden en
betrokkenheid bij de jongens toegenomen. (…)
Kinderen
hebben twee sensitieve periodes tijdens hun ontwikkeling, één op ongeveer
vier-/vijfjarige leeftijd en nog één tijdens de puberteit. Meestal herkennen we
moeiteloos het uitdagende gedrag van tieners maar hoe zit het met de kleuters? In
deze periode neemt de aanwezigheid van testosteron in het jongenslichaam
gigantisch toe. Jongens van een jaar of vier, vijf hebben gemiddeld twintig
keer zoveel testosteron in hun lijf als meisjes. Dit heeft invloed op de
spierontwikkeling en bewegingsdrang en maakt het lastig om stil te zitten.
Waarom verwachten we dan juist op deze leeftijd van jongens dat ze beginnen met
‘zittend leren’ op school? Dit is een recept voor een ramp! Veel kinderen leren
even goed, zo niet beter, wanneer ze mogen bewegen. Een kind dat netjes stil
zit, is niet per se bezig iets te leren. Sterker nog, ik denk dat het kind dat
stil moet zitten zo druk bezig is met het onderdrukken van zijn bewegingsdrang
dat hij simpelweg niet kán leren.
Jongens kunnen best goed luisteren maar de boodschap moet
duidelijk en direct zijn. Zeg precies wat je bedoelt, get to the point! Ik heb ook
veel mannen dit tegen hun vrouw horen zeggen. Jongens worden zo’n tien keer
vaker op hun gedrag aangesproken en gecorrigeerd dan meisjes. Niet omdat
jongens stouter zijn maar omdat ze meer geluid produceren en daardoor meer
opvallen. Geef jongens oprechte complimenten maar wel alleen als ze het echt
verdienen. Wees actief! Jongens moeten bewegen en hun leerproces fysiek
ervaren. Ze moeten begrijpen waarom ze iets moeten doen, anders is de kans
groot dat ze weigeren. Jongens reageren positief op contextuele leersituaties.
Veel jongens hebben het gevoel dat wat ze op school moeten doen nutteloos is. Ze
zijn competitief en competitie zorgt voor motivatie, evenals een aanpak met
gevoel voor humor.
Kinderen leren het best na fysieke inspanning.
Hersengymnastiek is erg populair maar mag nooit het echte fysieke spel, zoals
rennen, springen en klimmen, vervangen. Ik vind het dan ook erg spijtig dat
kinderen die hun huiswerk niet af hebben, binnen moeten blijven tijdens het
speelkwartier terwijl deze kinderen het juist zo hard nodig hebben om even uit
te razen. Ik heb zelfs gehoord van een school in Denemarken waar tijd voor
fysiek spel werd verkort om zo meer aandacht aan de ‘zwakke’ vakken, zoals
rekenen en taal, te besteden… Dat is alsof je een zieke nog meer van hetzelfde
medicijn geeft terwijl het geen enkel effect heeft!
Jongensgedrag wordt vaak bestempeld als agressief. Ik heb
docenten gevraagd om spelobservaties bij te houden. De jongens lieten allemaal
fysiek en wild spel zien. De meerderheid van de vrouwelijke docenten vond dit
spel agressief. Jongens zijn geprogrammeerd om hun territorium te beschermen en
hebben een natuurlijk instinct om wapens te maken en gebruiken. Vrouwen
reageren hier vaak overdreven op in plaats van de jongens goed te begeleiden. Jongens
hebben uitdaging en een zekere mate van risico nodig. Ze zijn steeds op zoek
naar materialen en ruimte om deze behoefte te bevredigen maar omdat deze
onvoldoende aanwezig zijn, zullen ze materialen gaan gebruiken die eigenlijk
niet geschikt zijn voor dit soort spel. Veel kinderen vinden dat school saai en
niet uitdagend is. Gebruik de natuur (bos, park, vijver, desnoods gewoon een
grasveld) om uitdagingen te vinden.
Praat met kinderen. Probeer uit te vinden wat hen
interesseert en uitdaagt. Creëer situaties waarin kinderen zich gemotiveerd en
gestimuleerd voelen. Zorg ervoor dat ze betrokken zijn zodat ze hun volledige
potentie benutten. Find that
magical sparkle in those boys!”
Bron: Niki Buchan – Early Years, issue 11, 2012
woensdag 4 juli 2012
Goed vies
Leuk
artikel in Volkskrant Magazine door Annemiek de Gier en Hilde Postma! Het gaat
over vies worden. Nu de waterspeelplaats bij ons weer geopend is, is dit ook
bij ons op de BSO een hot item. Want de kinderen vinden het heerlijk: kliederen
met modder, met de handen en voeten in het water en elkaar ingraven in het
zand. Maar niet alle ouders zijn hier even blij mee. De argumenten zijn tot op
zekere hoogte begrijpelijk. Toch vind ik dat we met z’n allen eerst en vooral
naar het belang van het kind moeten kijken. Ja, we moeten schoenen uitschudden,
kleren afkloppen, een keer extra vegen en de ouders zullen de kids wat vaker
onder de douche moeten zetten en een extra wasje moeten draaien. Maar als je
ziet hoeveel plezier kinderen hebben en wat ze allemaal leren, dan vind ik dit
een klein offer.
Moddertaartjes bakken, iemand ingraven in zand, een slakkenrace houden, bramen plukken en van een heuvel rollen zijn volgens een campagne van National Trust vijf van de vijftig dingen die ieder kind zou moeten doen voor hij 12 jaar oud is. Helaas is het territorium waar kinderen in Nederland vrij kunnen spelen met wel 90% ingekrompen. En bijna de helft van de moeders vindt het zonde als kinderkleding vies wordt tijdens het spelen.
De generatie 30'ers en 40'ers weet het nog wel: vroeger speelden we het liefst op onontgonnen terrein waar je elk besef van tijd verloor en op kon gaan in je spel om vervolgens stijf van de modder thuis te komen met scheuren in je broek en korsten op je knieën. Tegenwoordig zijn er nog nauwelijks natuurlijke plekken waar kinderen gewoon wat aan kunnen rommelen.
Groene Golf
Het idee dat natuurlijk spelen –
en lekker vies mogen worden – goed is voor de ontwikkeling van kinderen, is in
Nederland langzaam terrein aan het winnen. Pedagoog Marianne de Valck spreekt
van een ‘groene golf’: ‘er is een duidelijk trend waarneembaar van mensen die
terugkomen op het idee van speeltuinen vol met wipkippen. Niet zo raar, een
wipkip is eenzijdig speelgoed. Eigenlijk geldt: hoe meer kleuren, functies en
vaste vormen een stuk speelgoed heeft, hoe sneller een kind er klaar mee is.’
Lekker kliederen
Ook steeds meer scholen en
kinderopvangcentra sluiten zich bij deze visie aan. Op een aantal kdv’s en scholen
in Amsterdam geeft kunstenares Sanne Groen zogeheten kliederworkshops. Ze kwam
op het idee doordat ze de opdrachten van de lerarenopleiding die ze volgde veel
te concreet vond en weinig ruimte biedend aan fantasie en eigen interpretaties
van kinderen. Tijdens haar workshops stalt Groen allerlei materialen uit zoals
blokjes agar-agar (vegetarische gelatine), etenswaren waarmee je kunt verven
(zoals spinazie, rode kool, fruit, stroop en bloem) en vreemde substanties
zoals aardappelzetmeel. Of ze gaat met de kinderen buiten op zoek naar
materialen als stokjes, bladeren en zand. De kinderen mogen er vervolgens mee
doen wat ze willen. Er zijn wel zaken als flessen, stokjes, pipetjes, rietjes
en keukenspullen maar verder geeft Groen bewust zo weinig mogelijk
aanwijzingen.
Gele drab
Een moeder vertelt: ‘ik zag mijn
zoon van 3 eerst de ruimte in zich opnemen, vervolgens keek hij naar me met een
vragende blik. Alsof hij bedoelde: mag ik me hier echt gewoon maar in storten? Toen
ik knikte, ging hij zelfstandig op onderzoek uit. Al snel stond hij vol
overgave met een kan gele drab in een bak met groene vloeistof te schenken. Af
en toe roerde hij met zijn handen de kleuren door elkaar. En even later liet
een meisje zich languit in die bak vallen. Prachtig om te zien!’
Nadruk op mogelijkheden
Groen maakt veel gebruik van
elementen uit Reggio Emilia (Loris Malaguzzi), een pedagogische benadering die
rond 1945 is ontstaan in die stad. Hierbij ligt de nadruk op wat kinderen
kunnen, op mogelijkheden. Zelfstandig ontdekken en het creatieve proces staan centraal.
Hierbij moet je als begeleider je eigen ideeën en verwachtingen loslaten.
Sanne Groen: ‘Toch vindt niet
ieder kind het fijn om vies te worden. Sommigen vinden het zelfs een beetje eng
of durven niets aan te raken wat er vies of onbekend uitziet. Maar als ik hen
dan bijvoorbeeld een lepel geef om mee te scheppen, durven ze het vaak wél en
zitten ze al snel net zo te kliederen als de andere kinderen.’
Oergevoel
Martin Hup (Het Woeste Westen): ‘het
zit gewoon in kinderen om vies te willen worden, het appelleert aan een
oergevoel.’ Laatst had hij een meisje met smetteloos witte gymschoenen op
bezoek. Ze aarzelde om de speeltuin in te gaan vanwege haar mooie schoenen. ‘Het
duurde even voor ze de drempel over was maar daarna kon het haar niets meer
schelen. Het enige waar ze nog bang voor was, was de reactie van haar moeder.’
Uit cijfers van onderzoek van Motivaction
blijkt dat 80% van de ouders het belangrijk zegt te vinden dat kinderen buiten
spelen. Hoe opmerkelijk: meer dan 40% van de Nederlandse moeders vindt het
vervelend als hun kinderen met smerige of kapotte kleding thuis komen. ‘Maar’
zegt Hup ‘dat hoort nou juist bij het vrij spelen. Laat hen maar lekker vies
worden, dat is het teken dat ze er helemaal voor gaan, er helemaal in opgaan.’
Blubberbaan
Zoals ook bij Kids Outdoor
Flevoland, waar kinderen zich bijvoorbeeld kunnen uitleven op een heuse
blubberbaan. Gillend en joelend gaan ze tot aan hun middel in de drek. Hier
moeten de kinderen echt oude kleding aan die daarna weggegooid kan worden. Aan
het eind van de baan giert een groepje meiden het uit van de pret. Charli (10)
vertelt: ‘dit is echt het leukste wat ik ooit gedaan heb. Eerst lijkt het
smerig om in de blubber te plonzen maar als je erdoor bent, maakt het niks meer
uit. Dan is het juist heel lekker om onder de modder te zitten.’
Martin Hup: ‘dat kinderen blij
worden van de vrijheid en van het vies worden, zien ouders misschien wel. Maar
loslaten is toch vaak erg moeilijk. Ouders zien overal gevaren en laten geen
mogelijkheid onbenut om hun kroost daarvoor te waarschuwen. Spelen is de
laatste dertig jaar sterk onder invloed komen te staan van regels op het gebied
van veiligheid en hygiëne. Er heerst een angstcultuur en daardoor zijn we
uitgekomen bij suffe klimrekjes met rubber tegels eronder. Maar mijn visie is
dat veiligheid niet bestaat – je hebt veel of weinig risico en het is goed om
kinderen daar kennis mee te laten maken en hen te laten ontdekken hoe ze met
(aanvaardbare) risico’s om kunnen gaan.’
Behoefte
Waar Nederlandse ouders en
instanties nog erg moeten wennen aan de natuurlijke manier van spelen, is men
in Scandinavië al een stuk verder. Op kdv’s in Noorwegen is het bijvoorbeeld
niet ongewoon dat de kinderen de fjorden opgaan, visjes vangen roosteren boven
een zelfgemaakt kampvuur en hele dagen buiten doorbrengen waardoor ze
spelenderwijs vertrouwd raken met de risico’s die hieraan kleven. Als kinderen
hier behoefte aan hebben en je laat hen die behoeftes niet verkennen, dan
ontstaat er juist een ander risico, zegt pedagoog de Valck. Dan kan het zijn
dat kinderen geen zelfvertrouwen ontwikkelen en geen zelfontplooiend vermogen.
Labels:
buiten spelen,
buitenruimte,
in het nieuws,
Malaguzzi,
zintuigen
zondag 1 juli 2012
Doedag
Zeker in tijden van crisis en krimp moet je naar buiten treden om te laten zien wat je in huis hebt. Vandaag een dagje op de Doedag in Geleen gestaan met een heuse eigen kraam!
Abonneren op:
Posts (Atom)