Welkom op mijn weblog waar kind en opvoeder centraal staan. Hier vind je informatie en tips op het gebied van opvoeding en kinderopvang, verhalen en informatie over de dagelijkse praktijk van de pedagogisch medewerker, nieuwtjes, grappige kinderuitspraken en anekdotes en heel veel beeldmateriaal van activiteiten en uitstapjes. Op deze manier probeer ik mijn beroep in beeld te brengen, andere opvoeders te inspireren en zelf actief bezig te zijn met mijn passie voor pedagogiek. Zelf ben ik vakvolwassen pedagogisch medewerker op de BSO. Veel lees- en kijkplezier en laat gerust een berichtje achter!
- Wendy Hoogeveen
maandag 2 juni 2014
vrijdag 16 mei 2014
Ontwikkelingsgericht taxi rijden
Een collega van een kdv vroeg
me laatst: “vind je het niet jammer dat je relatief veel tijd moet besteden aan
taxi rijden? Ik bedoel, zou je niet liever tijd aan de kinderen besteden?” Daar
moest ik even over nadenken. Het is waar, op een korte BSO-middag ben ik soms
wel een kwart van mijn werktijd op pad met de taxi. Maar het is niet zo dat ik
dan niet met de kinderen bezig ben.
Een voorbeeld.
Vandaag moet ik kinderen
ophalen van twee verschillende scholen. Bij de eerste school loop ik naar het
klaslokaal waar de kinderen op mij wachten. Ze zijn druk met elkaar in gesprek,
zwaaien met gekleurde pakketjes en lachen. Ik ga even bij hen in de kring
zitten en meteen krijg ik te zien waarmee ze precies zwaaien. Het zijn
afscheidscadeautjes van “sta… sta… neppe juffen die het nog moeten leren”. Ze
vertellen me enthousiast over hun dag (er was een afscheidsfeestje) en weten
ook precies wat de stagiaires het volgende schooljaar gaan doen. Een van de
kinderen gaat haar ‘neppe juf’ wel missen want nu moet ze weer aan een nieuwe
wennen. Een ander meisje zegt dat ze later ook stagiaire wordt want dan mag je
feestjes geven op je werk en lekker snoepen. Dat ze dan ook hard moet studeren,
vindt ze een bijzaak.
In de taxi zingen twee
meisjes van vijf “oh I’ll follow, I’ll follow you”. Complimenten. Ze zingen
prachtig en spreken de Engelse woorden perfect uit. Maar waar gaat het over? Ik
leg de betekenis van de woorden uit en de kinderen zingen verder. Even later
hoor ik één van de meisjes tegen haar buurman zeggen “weet jij wel wat dat
betekent? Dat ik je volg, helemaal tot in de zee!”. Als we bij de tweede school
aankomen, vraag ik de kleuters mee te komen naar het schoolplein. “Oké! I’ll
follow!” roept het ene meisje. “Ik ook!” roept het jongetje.
Op het schoolplein moeten we
vijf minuutjes wachten en de kinderen vermaken zich op het duikelrek. Terwijl
ze ondersteboven hangen kijken de jongen en het meisje elkaar aan. “Jij hebt
een rooie kop!” zegt het jongetje en hij proest het uit. “Dat komt omdat mijn
bloed in mijn hoofd zakt” legt het meisje uit. “Heb ik dat ook?” vraagt het
jongetje. “Dat weet ik niet,” antwoordt het meisje “jij bent bruin dan kun je
dat niet zien”. “Of hij heeft geen bloed” oppert het andere meisje. De twee
kijken haar, nog steeds ondersteboven, aan en roepen tegelijk “WELLES!”. “Anders
kan hij toch niet leven joh.” Het derde meisje hangt nu ook op haar kop en
heeft haar schaduw op de grond ontdekt. Ze flappert met haar armen alsof ze
vleugels heeft en zegt dat ze een schaduwvogel op de grond ziet vliegen. De
anderen vinden dit een machtig interessante ontdekking. Terwijl ze met de stang
in hun buik steeds roder aanlopen, maken ze met hun handen allerlei
schaduwfiguren. Dan gaat de schoolbel.
Het jongetje dat naast me
zit in de taxi, perst zijn lippen samen en zijn wenkbrauwen omlaag. Ik zeg hem
dat hij er een beetje boos uitziet en vraag of er iets is. “Ik moet vandaag
naar mama, van papa mag ik altijd lekkere dingen eten maar van mama moet ik
altijd gezond eten.” Hij spreekt gezond uit alsof hij het over een hondendrol
heeft. Tsja, gezond is niet altijd lekker, maar het heeft ook voordelen. Het
heet niet voor niets gezond. De andere kinderen helpen het me uitleggen. Van
gezond krijg je spierballen, je hersens worden er slim van en je wordt niet zo
snel ziek. De wenkbrauwen van het jongetje schieten ineens omhoog. “Ik zit op
vechtsport! Dus van gezond kan ik beter vechten! Pauwah baf! Papa zit ook op
vechtsport.” “Dan moet jouw papa ook gezond eten” zegt een meisje. “Nee, dat
kan niet. Mama wil niet meer met papa eten dus hij krijgt geen gezond eten,
alleen ik. En dan word ik nóg sterker dan papa!”
Als we bij de BSO aankomen,
vat ik voor mezelf het ritje samen. Motoriek, taalvaardigheid, cognitieve en
sociaal-emotionele ontwikkeling en creativiteit. Onderweg zijn alle
ontwikkelingsgebieden aan bod gekomen. De kinderen hebben zich vermaakt terwijl
ze van alles ontdekten en leerden en ik heb van hen genoten. Nee, zo jammer
vind ik dat taxi rijden eigenlijk niet.
maandag 12 mei 2014
Appeltjes voor de dorst
Vandaag punt 9 uit de lijst ‘50 Things to do before you’re 11¾’ af kunnen vinken: eat an apple straight from a tree. We waren op bezoek bij een zorgboerderij waar een heleboel fruitbomen stonden dus de kids kwamen al snel op het idee om eens zo'n lekker uitziend appeltje te proberen. Hoe lekker ze er ook uitzagen, de smaak was "getverdemme, echt goor!" Meteen rees de vraag: waarom smaken appels uit de supermarkt dan zo anders? "Nou," wist één van de kinderen te vertellen "omdat die niet van zo'n boom komen." "Natuurlijk wel!" antwoordde een ander kind "Maar deze zijn gewoon nog niet klaar." De kids besloten de appels te laten voor wat ze waren maar namen wel bladeren mee. Ik had hen de opdracht gegeven om 'schatten' te verzamelen voor in het natuurlogboek dat ze vanaf vandaag gaan bijhouden. Op de eerste pagina heeft een enthousiaste jongen kort maar krachtig verslag gedaan van de smaakervaring.
"Dit zijn bladeren van een apelboom, de apels zijn niet leker want zijn zuur" |
vrijdag 9 mei 2014
Ophovenerhof
Een leeg ei gevonden! Welk dier zou hieruit ontsnapt zijn? |
Wat zit daar voor een gek beestje? |
Insectenhotel, moeten insecten daar ook voor betalen? |
Spelen met stokken |
Ik ben goed met ezels want die zijn een beetje zoals paarden. |
Kom dan varkens... |
Kijk die geiten vechten met hun kop! |
Ik ga hier wachten tot ze een lekker eitje leggen jammie! |
Dat ruikt raar, waarom vinden kippen dat lekker? |
Een wel heel bijzondere boombewoner gevonden! |
Labels:
bso,
buiten spelen,
natuur,
zintuigen
woensdag 7 mei 2014
Kinderkookcafé: zelf appelcompote maken
Eerst moeten de appels geschild en in stukken gesneden |
Je hebt veel appels nodig hoor! |
Koken met een scheutje water, kaneel en suiker |
Tussendoor goed roeren |
In schone potten scheppen (of gewoon meteen smullen!) |
dinsdag 29 april 2014
Steentijd
Kleine stapels... |
Grote stapels... |
Heel veel stenen meegesleept naar de BSO |
Die moeten even in bad |
Wassen met lekker veel zeepsop |
Afdrogen |
Tadaaa! |
En dan mooi beschilderen |
maandag 17 maart 2014
Quoting Kids
"Mag ik 2 koekjes?"***
"Nee, eentje, dat weet je toch?"
"Maar ik ben een beetje doof dus ik hoor dubbel."
"Juf Wendy, je lijkt vandaag echt op Katy Perry, alleen dan met een oud gezicht..."***
"Ieuw! Mijn stinkvoeten ruiken naar mijn moeders kookkunsten!"***
"Mijn opa loopt met een ventilator."***
"Mijn oma loopt met stokken want ze heeft een lui been onder haar knie."***
"Ben je zo verkouden?"
"Nee, mijn stem is leeg..."
dinsdag 14 januari 2014
Meerwaarde in ‘n kinderleven
Als pm’er is doen wat je doet vaak nogal vanzelfsprekend. Het
is immers je werk. Je bezit allerlei vaardigheden die je de hele dag bewust en
onbewust inzet. Wanneer een ouder vraagt wat je met een kind of groepje
kinderen gedaan hebt, zul je waarschijnlijk de activiteit noemen. We hebben
vanmiddag gekleid. Punt. Wat eigenlijk veel belangrijker is, wordt meestal
achterwege gelaten. Maar dat is wel precies datgene wat jouw vak is, wat jou
belangrijk maakt voor de kinderen.
Stel, je hebt met een groepje kinderen een kleiactiviteit
gedaan. Ben je je er dan van bewust wat je hen allemaal hebt laten ervaren?
Waarin je hen hebt gestimuleerd? Aan welke competenties en ontwikkelingsgebieden
zij gewerkt hebben? We hebben dus gekleid. Maar wat hebben we nu eigenlijk
precíes gedaan?
Het kind heeft de klei gemanipuleerd: kneden, rollen,
prikken, smeren, duwen. Fijne motoriek.
Het kind heeft de klei tussen zijn vingers gevoeld, er misschien aan geroken. Zintuiglijke ontwikkeling. Het kind heeft
zelf besloten wat hij met de klei doet, of hij er iets van gemaakt heeft of het
materiaal verkend heeft door te manipuleren. Respect voor autonomie, creatieve ontwikkeling. Het kind heeft zijn
buurvrouw geholpen een balletje te rollen omdat zij dit zelf niet voor elkaar
kreeg. Sociale competentie. Je hebt
de kinderen gestimuleerd om hun werk aan elkaar te laten zien, er iets bij te
vertellen, naar elkaar te kijken en luisteren en op elkaar te reageren. Stimuleren en begeleiden van interacties,
sfeercommunicatie. Je hebt het kind vragen gesteld en hij heeft uitgelegd
hoe de klei voelt en wat hij doet of maakt. Taal-
en spraakontwikkeling. Je hebt het kind gevraagd of hij weet waar klei
eigenlijk van gemaakt is. Cognitieve
ontwikkeling. Je hebt het kind gecomplimenteerd en aangemoedigd. Sensitieve responsiviteit. Je hebt het
kind uitgedaagd iets te doen waarvan het dacht dat hij het niet zou kunnen en
hem waar nodig aanwijzingen gegeven. Persoonlijke
competentie, zone van naaste ontwikkeling. Het kind heeft gevraagd of hij water bij de klei mocht doen en
je hebt hem hiermee laten experimenteren. Kindvolgend
werken. Je hebt erop gelet dat het experiment niet uit de hand liep door
het kind niet te veel water te laten gebruiken. Structureren en grenzen stellen. Je hebt gezorgd voor een veilige
omgeving en was steeds beschikbaar voor het kind. Veiligheid en geborgenheid. Na de activiteit heeft het kind de
materialen schoongemaakt en opgeruimd omdat dit een afspraak is waar alle
kinderen zich aan moeten houden, zo kan er de volgende keer weer met schone
materialen aan een activiteit begonnen worden. Normen en waarden.
Iedere goede pm'er die wel eens met de kinderen kleit, zal hierbij minstens vijf van de bovengenoemde competenties toepassen. En zo doen zij dat bij elke denkbare activiteit. Of het nu gaat om kleien, basketballen, kokkerellen of een spelletje doen.
Iedere goede pm'er die wel eens met de kinderen kleit, zal hierbij minstens vijf van de bovengenoemde competenties toepassen. En zo doen zij dat bij elke denkbare activiteit. Of het nu gaat om kleien, basketballen, kokkerellen of een spelletje doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)